WEEN EN NAWEEN. 437 hoofd tegen de uitfpringende bogt der laatile lende- en eerfte heiligbeens werve len voor dat dit hoofd door de boven- fte engte des bekkens en in het kleine bekken gezakt zy, wordende door de ze persfmge het agterfte en onderfle ge deelte der baarmoeder tusfchen 's kinds hoofd en deze uitfpringende bogt als dar» zeer fterk geklemd De byzondere oorzaak dezer lende- pynen hangt ook af van de medegevoe ligheid die 'er in fommige deelen van 's menfchen lighaam gevonden word waar door het gefchiedt, dat in alle ziekeïyke en pynelyke aandoeningen en werkingen der baarmoeder lendepynen verwekt worden dit ondervindt men by die vrouwen, welken met opilygin- gen gequeld zynals wanneer de baar moeder kramptrekkelyke bewegingen en wringingen ondergaat, waarom ook dezulken gemeenelyk over pyn in de lenden klagen. 55. Deze waare barensween in den buik en lenden 54.) houden in de aangewezene zitplaatfen eenen korteren of langeren tyd ftand, naar gelange de baarmoeders mond zig meer of min ge- maklyk en fchierlyk laate verwyden, De 3 en

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 511