458 J. DU PONT OVER DE
zynen pligt opgewekt; die hier in be-i
haat: dat hy de vrouw tot een zagte
dringing aanzette, de baarmoeder door
het plaatfen van zyn hand op den buik
onderfteune, en zagtelyk neerwaards
voereterwyl hy met zyn andere hand
de nageboorte met de vliezen voorzig-
tig naa zig haale.,
87. De waare Naween, die de
kraamvrouwen in het vervolg uitlb.an
wekken insgelyks de prikkelbaarheid,
beweegvaardigheid en het famentrek-
kend vermogen der baarmoeder op; de
meerdere of mindere hevigheid dezer
volgende naween is verfchillende naar
mate der verfchillende grootte en vast
heid van den bloedklonter die uitgedre
ven moet worden, en des fterkeren te-
genfland van den baarmoeders mond
en toont daar door ook, om zoo te fpre-
ken, de noodzakelykheid aan die 'er is
dat de kraamvrouw van haaren kant fter-
ker of min fterk dringewaar toe zy al
weder genoodzaakt wordom dus deze
heilzame natuurpogingen behulpfaam te
zyn, op dat dus al het onnutte en over
tollige ontlast worde.
De Vroedkundige, die nu befpeurt
dat de baarmoeder zig op nieuw van
het