ween en nawe&n. 459 het geen haar door zyn tferblyf zoude kunnen benadeeleu, zoekt te ontdoen, word insgelyks door deze volgende na ween tot aandagt opgewekt, zoo dat hy de;, toellandder kraamvrouwe naauw- keurig gade flaa, en haar voor alle ge varen, zoo veel mogelyk, behoe de. 9 88. Uit deze verklaringen der uit werkingen van de waare ween en na ween, en uit de zeer groote nuttig- en noodzakelykheid derzelver tot een goe de en voorlpoedige verlosfing en kraam zoude het niet moeyelyk vallen te beto gen datverre van deze pynen ten ee- nenmaal als een {Irafle aantemerken, de eerlle Moeder aller menfehen, en in Haar aan alle haare vrouwelyke nako melingen opgelegdmen reden nebbe te denken, dat zonder dezelven de verlos fing nog even veilignog even fpoedig zoude gefchieden, vooral zoo men met my toellemme, dat de vrouwelyke teel- deelendoor haar fyn gevoel tot het werk der voortteelinge zeer bekwaam en op de allerbeste en gefchiktilc wyze in gevolg van het polluur en de opge- rigte houdinge der vrouwen gefchapen zyn. 89. Wilde pien uit de hevigheid der

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 533