474 J. DU PONT OVER DE of verwydend watergezwel voorkomt; de keering van het kind in het werk fteilenom verdere uitweidingen te ver- myden zal ik geen andere oorzaken van Vertraagde ween opgeven. <5 ioó. Schoon ik tot nu toe alleen van zwakke en trage ween gefproken, en zoo zeer van geen zwakke nog trage naween in het byzonder gewaagd heb- be, ben ik evenwel van gevoelen, dat dezelfde hulpmiddelendie by de ween te pas komenook in veele gevallen ten voor- deele van naween, naar vereisch van zaaken, en naar dat zig verfchillende omftandigheden opdoenkunnen aan gewend worden: zoo dat in het voor gaande en in het vervolg de naween zoo wel als de ween bedoeld worden. 107. Uit hoofde dat de waare ween en naween fomtyds te fterk zyn en door haare hevigheid de vrouwen mer- kelyk kunnen benadeelen, door dezel- ven tot al te fterke pogingen en drin gingen te noodzaken, door ftuiptrekkin- gen, ylhoofdigheid, razerny, vloeijin- gen enz. te verwekkenverfcheuringen ontftekingenverftervingen te veroor zaken, moet men gewapend zyn om dit geweid der ween te keer te kunnen gaan. 108. By

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 548