WEEN EN NAWEEN. 497 Valfche weeneven als ik te voren (8 33) te kennen gegeven hebbe, dat de aart der waare naween niet van die der waare barensween verfchildewaar- omdan ook deze pynelyke aandoeningen alleenlyk valfche naween genaamd wor den, om dat zy na de geboorte van het kind de vrouwen vrugteloos pyni- gen. Men wordt ookzoo ik oordee- ]e, uit het voorgemelde overtuigd, dat de voornaamfte zitplaats der valfche ween en naween ten allen tyden in de baarmoeder en vooral in derzelve hals en mond gelegen zydie zig van daar door middel der medegevoeiigheid fom- tyds tot fommige nabygelegene deelen uitftrekt. 132. Hoe gemaklyk te onderfchei- den deze valfche ween en naween ook zynworden zy nogtans dikmaais mét die kolykpynen en krimpingen in den buik verward, waarmede de zwange re en kraamvrouwen niet zelden ge plaagd worden, zoo als ik reeds($22) met weinige woorden te kennen gege ven hebbe; welke krimpingen dan eens één en dezelfde plaats in den onder buik blyven beflaan, dan weder wyd en zyd omzwervenmen befpeurt niet vi deel, li dat

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 571