WEEN EN NAWEEN. 5©$ Omtrent de naaste gelegenheid ge vende oorzaak der valfche naween in het byzonder moet men nog aanmer- - kendat dezelve beftaat in de kramp- agtige toetrekkinge en vernaauwinge van den hals en binnensten mond der lyfmoeder, en in de zeer fterke larnen- trekkinge van den bodem en het lig- haam van dit ingewand ter overwin- ninge van die krampagtige toefluitinge van den hals en binnensten mondwel ke werking van den bodem en het lig- haam der baarmoeder nu zoo veel te geweldiger behoort te zyn, door dien alhier zagte en weeke lighamen moe ten uitgedreven worden, die door hun ne gedweeheid weinig in ftaat zyn voor zig zeiven den weg te baanen. 138. Zoo min als ik my te voren 40.) met de oorzaken der pyn in liet algemeen bezig gehouden hebbe even zoo weinig zal ik my nu met de algemeene oorzaken der kramptrekkin gen ophoudenmaar alleen dezelven aanroeren wanneer ik van de gene- zings wyze der vailche ween en na ween zal handelen welker uitwerkin gen en nadeelen ik nu ga ontvouwen. <5 139. Wanneer de valjhhe ween 11 4 hevig

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 577