5l4 J. DU PONT OVER DB heel en al doen weg blyven, doordien men de baarmoeder van haar gevoel en beweegvaardigheid als 't ware geheel berooft. Dan de ondervinding leert dat deze vrees geheel ongegrond zy, men ziet in tegendeeldatwanneer het heulfap de valfche ween gantsch en al geftild heeft, de ware ween zig als dan laten voelen en de verlosfing fpoedig ten einde gebragt wordt. De kragt des heulfaps fchynt hier niet al- leenlyk vermogende te zyn tegen de ziekte oorzaak, die een kramptrekking is; want de ondervinding leert ook dat men het heulfap onder de fterkile afdryvende middelen moet Hellen by aldien nog de mismaakt- of engheid van het bekkennog de groote van het Kind, nog deszelfs quade legging, nog eenige andere dergelyke oorzaken de verlosfing vertragen of verhinderen. In welke gifte en met welke omzigtig- heid men het heulfap moet laten gebrui ken, is die geenen genoeg bekend, wel ken de Edele geneeskunst oeffenen en vordert dus geen nadere verklaring. 152. Niet minder voordeelig, heil zaam en gevaarloos is het gebruik van het heulfap na de verlosfing om die val fche naween en krampagtige famentrek- kin-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 588