JOODEN TE COCHIM. 525 mandeur vosburg C10). In welk verhaal vee- Ie bijzonderheden (11) voorkoomenwaar door de berichten van den Heer moens konden opgehelderd en bevestigd worden. Eindelijk ontfing ik in 't Jaar 1777. onder- fcheiden antwoord van den 1 October 1776, beftaande in 't geene de voornaamften der Jooden, (daar toe door den Heer moens te Cochim te faamen geroepen en naauwkeurig ondervraagd,) op de nieuwe voorlieden uic Dr. Collets brieven opgegeevenhadden kon- nen voortbrengen. Noch heb ik gezien, 't geen eduard ives, (12) die den 25 December 1757. op de reede van (10) vosberg. Zijnde de Heer gelmer vos- burg, die aldaar van 'c Jaar 1683. tot 1688. 't ge bied voerde. (n) bijzonderheden. Bij voorbeeld: De ge- fteldheid der verblijfplaats 0n Jynagoge; Een Lipt van de Hoofden der Huisgezinnen De toenmaaltge gefield- heid dier natie-, 't getal der f.miliën in verfcheide buurten; Hunne gefckiedenis Godsdiens:ige gebrui ken; voornaamfte geleerden of Chachams', 't vertaal de Privilegie van cher am perim al De antwoorden op omtrent 50 vraagen nopens hunne Godsdienstplech tigheden; ook hunne gedachten en gedrag nopens den beruchten bedrieger of valfchen Mesfias saba- th ai slvï; van wien zij geene andere wetenlchap haddendan dat in dien tijddat men hem voor den Mesfias uitgaf, de Commandeur van Cochim zijne afbeelding had ontvangen, waar voor niemand hunner eenigeachting had betoond, en dat zij wei nig tijds daar na, over Mecca tijding hadden bekoo- mendat hij zich Turks had Jaaten maaken. (I2) Reizen van Engeland naa Indienondernoo- men

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 599