JOODEN TE COCHIM» 54 he op de twee koperen planten betreft; het zelve behelst geenzins de geschie denis van der Jooden wedcrvaaren ze- dert nebucadnÈzars tijd tot nu toe, ge lijk de Heer Hamilton fchreef: Maar hunne privilegiën die zij van den be roemden Keizer erawi wanmara verkreegen haddenzoo als te zien is uit de nieuwe vertaalinge, die de Heer moens den 15 September 1773 heeft overgezonden; op welke (volgens zijn Ed. fchrijven) gerust is ftaat te maaken alzoo dezelve met de uiterjle naauwkew righeiden door den besten taalkundi gen te Cochim is vertaald. Vol- In de Notiflas p. 12. is eene Portugeefcbe vertaalingdoch die uit vergelijkinge met dee- ze, zeer gebrekkig is; Dit oordeelden Neö- corus en Sikiur ook van de vertaalingedie in 't verhaal van den Nederlander wordt gemeld in de Bibl. Libr. Nov.T. II. p. 872. Gebrekkig was ook de oudere nederduitfche vertaaling die de Heer moens in 't Jaar 17.71. herwaarts had gezonden offchoon men eene zaakelijke overeen/lemming tusfchen de eene en de ande re ontdekt; en die gebrekkige vertaalingen ook zelve noch van eenig nut konnen zijn, ter aanwijzing van 't geene de nieuwe ver taal.ng meer zaakelijkdan wel woordelijk heeft overgebragt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 619