den dat 'er eenige door vermenging met de Indïaanen zijn voortgekomen. Doch de blanke J00den zeggen (vol gens hunne overlevering) dat deeze hun ne Zwarte Geloofsgenoot enhen in ge tal zeer verre overtreffendein de vijf de eeuw (28) zoodanig het hoofd op- ftaakendat zij niet alleen bij alle gele genheden met de Blanken gelijkstan dig wilden geacht zijn, maar ook eene onderlinge Huwelijks vermaagfchapping begeer een, tusfehen hen en de anderen waar mc een hevige oorlogten nadeele van de Blanken was ontfïaan, ja hunne geheele ondergang zoude gevolgd zijn, indien zij niet door den vorst des Lands onderfteunden de Zwarte fooden tot hunnen pligt gebragt waaren geworden zedert weiken tijd, zij zich niet alleen van de Zwarten hadden afgezonderd, maar ook niet willen toelaaten, dat de Zwart 550 A. sS GRAVEZANDE OVER DE 13. f28) vijfde eeuw. Dan zoude dit al korts na het verleende Privilegie van eeawi wanmara 9. Aaüt. 2 i.) moeien zijn voorgevailen't geen wat bedenkelijk, voorkomt, hoe de Zwarte Jooden in 'zoo korte»tijd, zoozeer konden zijn vermenig vuldigd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 628