Zwarten in der Blanken Synagoge den
Godsdienst zouden waarneemen; waar
om deeze beide, tot den huldigen dag
toe, hunne bijzondere verzamel plaatfen
of Synagogen tot den Godsdienst heb
ben.
De Heer moens heeft van dien Broe
dertwist niets bijzonderlijk gemeld
maar bericht dat de Jooden (behalven
dien znmaren fchokdien zij in hun ge-
meene bestdoor den opftand der zwar
te Jooden geleeden hebben,) voorlpoe-
dig te Cranganoor hebben gewoond tot
M m 4 dat
JOODEN TE COCHIM. 551
In de Notifias vindt men p. ir. ook een
verward bericht wegens den opftand der
Zwarte Jooden. En boven dien een verhaal,
nopens 't verlies van 't Rijk van Cranganoor f
veroorzaakt door tweedragt tusfchen twee
Broeders van Koninglijke afkomst, die te faa-
men het bewind oeffenden, in welk gefchil
de Voorsten des lands zich mengdenwaar door
groote verwoesting onder de Jooden was aan
gericht en eindelijk de laatfte Koning Jofeph
.Azar, (0. 1.) fdien zij als de 72fte tellen,)
naa Nado ontvluchtte, en zich vervolgensnaa
Cochim begaf. Men zie ook Salmon bl. 306,
en 't vervolg der Algem, Hist. bl. 527. uit Ha
milton nevens den brief bij Sike p, 870.
14.