Wat nu aangaat het uitreksel, van
den heer van rheede; ($,3). De
Heer moens daar na gevraagd zijn
de, heeft het zelve woordelijk overge
zonden.
In
JOODEN TE COCHIM. 557
medular en medulhar en vertaald Capitao
als mede gezegd p. 3, dat de Medulhar, zijn
de in dien tijdDavid Levyeenen Stok
droeg, met eenen gouden knop, en daarop
't wapen der Oostindifche Maatfchapplj.
't Schijnt mij toe dat de naam van chemto
Castiel die in 1663 Modeliaar was, dezelfde
naam is, als 15.) semtob Castietzoo als
die in de Notifias p. 6. wordt genoemd doch
wat verboogen.
lp.
De Heer Hendrik Adriaan van rheede,
diende als Vendrig de E. O. Indifche Maat-
fchappijbij 't belegeren van Cochimen
nam in Fcbruarij 1662, de oude koningin van
Cochim gevangen, Baldaeus bl. 116. In 'c
vervolg was hij commandeur van de Mata-
baarfcbe kust van't jaar 16711676. en kreeg
den Heer Jacob Lobs ten opvolger van 'c
jaar 1676 tot 1678. Men zie Valentijn Y. D.
bl. 46. hebbende naderhand den post van
Gevolmagtigden Heer of Algemeen Commisfaris
op Negapatnam bekleed in 1687. bl. 5—7.
Van hem is bekend de Hortus Malabaricus in
12 vol. aangetrokken door Reland Disfert.
Miscell. III. P. 88.