In den Tegenwoordigen Staat van alle Vol ken III. D. bl. 306 wordt gezegd, (uit Ha milton) dat de Heer van rheede, van de ko peren plaaten in de Synagoge te Cochim een uittreksel in 't Nederduitseh had iaaten maaken. 20. Het overgezondene uitreksel luidt dus: extract uit de, op Ma- lobar nagelaatene memorie door den Heer Commandeur m van rheede, aan den Heer JA" 558 A. 'SGRAVEZANDE OVER DE Doch in 't vervolg der Algemeene Historie wordt dituit dien zelfdefi Hamilton dus op- gegeeven Dat de Heer van rheede, om trent het jaar 1695 een kout begrip van der jooden geschiedenisse in 't Nederduitsch had vertaald. Het een en ander gefielde wijkt af van de rechte waarheid. De zaak is deeze De Heer van rheede heeft ietsnopens de Jooden op Papier gefielddoch 't is geen uittrek/el ee rier historie op de koperen plaaten want die plaaten behelzen alleen het Privilegie van Erawi Wanmara en geen HistorieMaar *t is eene Memorie die zijn e., niet in 't jaar 1695, maar in 't jaar 1677, naliet, ten nutte Van den Heer lobs zijnen opvolger.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 636