jooden te cochim. 559 jacob lobs onder dato 17 Maart 1677. Het vierdedeel der Inwoonderen zijnde vreemdelingen, die in zeergroo- ten getale in deeze Malabaarfche lan- den verfpreid zijn, en die wederom in vier geflagten onderkend zijn jooDEN, Moor enCanarijns en Cbris- tenen De jooDEN zijn zeer langen tijd hier in deeze gewesten geweest, en wordt al gereekend, tot op den tijd der BABYLONISCHE GEVANGENI5SE zij hebben overal daar zij woonen ge- heele Jlraatenen als kleine dorpen wel van fteene huizen betimmerden leven geheel vrij in de oeffeninge van hunnen Godsdienst op verfcheide plaatfen met prachtige Synagogen ver- zien; hunne handeling is koopen en verkoopendraagen geen geweer maar worden door de Vorsten der landen befchermdzij zijn door men- geling met inlandfche Vrouwen en den langen tijd tot een groot volk ge» worden." In deeze Memoriemaakte de Heer van rhleüe, wel gewag van dc Babelfche Gevan- 2,"

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 637