562 A. '3 GRAVEZANDE OVER DE
Alzoo zij thans geene wezendlijke
Rabbijnen onder hen hebben, verricht
één van de Oudjlen deezer natie bij
hoogtijden den Godsdienst. De dage
lij af che dienst wordt door eenen loon
trekkende» voorleezer waargenomen.
gcec
In de Notifias p. 7. verhaalen de Amfler-
damfche Joodendat hunne Geloofsgenooten
te Cochimin 1686 door de Dienaars der O.
Jndfche Compagnie wel behandeld wierden
zoo als zij ook zelvegeduurende hun kort
verblijf, veele beleefdheden van den Comman
deur Vosburg genooten hadden.
24.
Nochtans moet dit anders zijn geweest
in 1686. want in de Notifias p 6. vond men
op de lijst van de Hoofden der huizen zoo
't fchijnt eenige Rabbijnenals: Hacham Rab
bi Haim Belilia-, alsook Haim Belilia Hazan,
een vaerdig SchriftgeleerdeEn Hacham Hict
Pinto. Ook zou men in den eerften op flag
opmaakenuit het verhaal van Edw. lves
jn zijne reizen p. 256, dat in December 1752
aldaar noch een Rabbijn waare geweest. Wart
bij fchrijft t dat te Cochim woonde zeker rab-
bi, Ezechiëlgenaamdeen aanzienlijk man,
wiens getrouwheid zeer wierd gepree/.en
die een Beminnaar was der werenfchappen
en bedreeven in de Sterrekunde". Maar
l§. 26—31.) zal't blijken, dat üeeze Ezechiël