ten onder hen zouden geweest zijn; ben effens eenige Aantekeningen van het geene onder hen zoude hebben plaats gegreepen zedertdat zij in dat land gekoomen zijn, doch dat dezelve zou den vernield zijn, bij gelegenheid, dat de Portugeezenhenvoor de overgave van de ftad Cochim aan de Nederlan derszoo zeer mishandeld hebben. 17.) Ondertusfchen weeten detegenwoor- dige Jooden niets met zekerheid te zeg gen, veel min eenige bijzonderheden te melden, aangaande deeze verloorene Mat nufcripten Op het onderzoek of de Heer ben jamin kennicot, en zijnzonderneemmg, in JOODEN TE COCHïMs 573 In de Notifias wordt ook gezegd, dat de kundigheid der Joodendie in 1686 te Cochim waaren zeer verward was om dat zij onder anderendoor de Plundering der Portugeezen zouden verlooren hebben, hun boek, 'cgeen genaamd werdHet boek des Oprechten Waar in ook befchreven ftondvan waar de me nigte des volks 1.) die in 't jaar 4250 der fcheppinge (af 489) overkwam gekoo men was. 36.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 651