5^8 a. 'sgravezande over de Ook zouden 'er volgens die zelfde Aantekeningen van ezechiel rabby, veele zwarte Jooden zijnin 't Land- fchap Rnjapoer, niet verre van Bombai zich noemende kinderen Israelsonder houdende geene andere Joodfche Cere moniën, dan de Befnijdenis, en den. 185. en vooral uit hun eigen handfchrifcin gabr broteriï uitgaave van Tacitus in 4? te Parijs 1771. welkers geheete titel wordt op- gegeeven door Christ. Saxius Onom. Lite' rar. in 8?Ed. 1775. T. 1. p. 580, in Ana- lectis T. 1. Hebbende de Hoogeerw. Heer n» barke.'J onlangs dit gedeelte der Commenta- rius van Brotierbetreffende de Cbineefche Jooden geheel ingevoegd in T. 2. Mufaei Hagienfis P II. n?llf. p. 472 505. Hag. 1777. in 8P Terwijl men de Oordeelkundige aanmerkingen over dat gedeelte der Commen- tarius van Brotiervan joh. david michae- lïs, kan aantreffen, in 't V. D. zijner Orien~ talifche und Exegetifche Bibliothek. p. 70 83. in 8?Frankf. 1773. Als mede in het IX Deel. n? CXLI. p. 40 43. Frankf. 1775. deszelvs Aanmerkingen over die zelfde berich ten van Gozani, Domange en Gaubilzoo als die in 't Fransch met den naam van Me- vnoire fur les juifs etablie en Chinevoorkoo- men p. 296 376 in de Lettres Edifiantes Curieufes. T. XXXI. Paris 1774. 42.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 656