JOODEN TE COCHIM. 583
Doch wat die Jooden betreftwelke zich
tans aldaar bevinden, dezelve zijn van twee'
derlei foort.
De Zwarte Jooden, maaken uit het nage-
flagt van ó\e Jcodengenooten, welke de Eirst-
overgekoomene of oude Jooden in de eerde .Eeu
wen zoo uit hunne Slaaven, als uit de Inlan
ders hebben gemaakt.
De tegenwoordige Blanke Jooden in tegen
deelzijn meerendeels aflhmuiende, uit zulke
voorouderen, die in later tijd, nu een Eeuw
of anderhalf geleedenzich uit verfcheide oor
den aldaar hebben ter nederzet; onder welke
mogelijk flegts dee ze of geene cnkelde over g
zijn, die, uit die alle re erf}e Joodenzijnvoort-
gefprooten.
'Er is veel onzekerheiden merkelijk verfchil
in 't geene wegens de vroegere tijden is ge
meld voor al ten aanzien van het juiste ge
tal-, en de bepaalde plaatfen van hun verblijf.
C$. I.) doch als men den af (land van tijd
overweegt, 't verlies hunner Schriften, en de
geduurige verhuizingen veelzins op 't platte
land, buiten de lieden, ook op plaatfen, die
in verfcheide tijden verfchillende naamen droe
gen kan dit niet vreemd voorkoemen.
Maar wat 'er ook van dit alles zijdit is
zeker, men vond van ouds in dit gewest eens
groote meenigte, en men vindt 'er noch een
aanmerkelijk aantal van die natie, waar van
Haman zeïde, Esth. 4: 8. dat hunne wetten
zijn verfcheiden van aller volkeren wetten.
En wier wetten aangemerkt in dcrzelver
oorfprong, dezelfde zijn, welke ons voorko
meninde Bijbelfcbriften des ouden Testaments
O o 4 en