386 A. 'SGRAVEZANDE OVER DE ENZ. het oog gevestigd, op de Godlijke beloften, fchoon zij dezelve niet in het rechte licht be- fchouwen. 't Is in dit opzigte aanmerkelijk, dat wan neer de Heer moens eene vertaaling van den Hebreeuwfchen brief van Dr. John collet, die ik had overgezonden, onderfcheiden en be weeglijk voorlasaan de aanzienlijkfle der Jooden bij Cochimwelke hij tot dat einde had te faamen geroepenen hij in de Lee- zinge was gevorderd tot das gedeelte, 'twelk de beloftehunner verlosfmge en herflel be trof, zij gezamendlijkten deele van blijd- fchap ten deele van aandoeningezoo bitter begonnen tefchreiendat zijn WelEd. zelf werk had zijne gelaatenheid te bewaaren als zijn de het niet te zeggen welke tekenen van aandoeningen en ontroeringenuit hunne aan- gezigten te leezen waaren. Zoo dat zij, wan neer de voorleezing geëindigd was, hunne handen wrongen en eikanderen van verle genheid in. het aangezicht zagenonder be tuigingen van hunne btijdfchap over deezen aan hun ingerichten brief. WON- Och dat Israëls verlosfmgen uit Zion kwaa- men! Als God de gevangene zijns volks zal doen wederkeeren (danj zal zich Jacob verheugen, Israël zal verblijd zijnPf. LUI7.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 664