OVER DE VALLENDE ZIEKTE. 58$
aankoomen, byzonder in eenig afgele-
gen deel, ende dat hy eenig geheugen
heeftvan het gene in den aanval ge-
fchied. is.
De eerde foorte word gemeenlyk by
alle fchryvers voor ongenezelyk ge»
houden; doch van de tweede vindt
men overal menigvuldige genezingen aan
gemeld maar dat men zelfs in de eer-
lte foorte zoo ligt niet moet wanh.00-
penzal het volgende geval den goed-
gundigen leezer overvloedig overtui
gen.
Daarom zoo lang men het jok van
vooroordeel ende bygeloovigheid niet
afwerpt, zoo zal deze verfchrikkelyk-
de ziekte voor ongenezelyk verfleeten
wordenende zal de ellendige lyder
zonder troost tot het einde zyns levens
deze erbarmelyke kwaaie moeten naar-
flepen.
't Is daaromdat de Geneesmeester
noch vlyt noch arbeid mag ontzien,
om de waare oorzaak van deze ziekte
te ontdekken; 't is om deze reden, dat
hy niet alleenlyk fcrupuleufelyk alle
omflandigheden die de aanvallen ver
zeilen, de tegenwoord ge en de voor
gaande levenswyze des iyders moet on
der-