ó02 g. greeve over een
diging geduurende 't zwaar zyn, een
fchrik echter had in de eerfte beginfe-
len der zwangerheid, haar een we-
zentlyke ontroering verwekt. Het kind
dat zeer zwak was, had op het onder-
fte van den rug en lenden een zeer aan-
merkelyk gezwel, van een onaanzien-
lyke gedaante, met breede vaste ran
den in deszelfs omtreken van boven
dun en blaasagtig, met een doorfchy-
nend vogt gevuld: 't was van boven
enigzints onthuid, waar uit een grooïe
quantiteit dun en wateragtig vogt vloei
de de boven] rand van 't gezwel be
gon op eenige der laatlle rugwervelen
en ftrekte zich van onderen over die
der lenden en byna 't geheele heiligbeen
uit. Dit gezwel kondigde het gebrek
aan, dat men Spina Bifida noemt; de
beide voetjes waren zeer Iterk binnen-
waards gebogen, zo dat als men de
beentjes uitftrekte, de planten der voe
ten eikanderen raaktende dyen en been
tjes waren recht, maar na de propor
tie van 't kind korter dan natuurlyk,
en zonder enig merkbaar teken van
beweging. Het hoofd was van een na-
tuurlyke grootte, maar zeer zagt van
beenderen, de klopping en beweging
der