6o6 G. GREEVE OVER EEN mum waren hie.r en daar doorgaat, en op andere plaatfen zo buigzaam, dat men ze door een ligte drukking na binnen* deed wykenhet hoofd was dus in 't algemeen zagt, en zo doorfchy- nend, dat men by kaarsligt 'er door heen fcheen te zien. Den 10 Jan. T772 was de lengte van 't zelve ió, en de breedte I2f duim, bet kind was rede- lyk rustig, maar kon, door de toene mende zwaarte van het hoofd, byna geen andere pofitie verdragen, als leg gende, want over eind zittende wierd het aanflondsgemelyk en zeer benauwd, dus door de geduurige legging wierd het hoofd eenigzins fcheefj in alle me tingen die ik van 14 tot 14 daagen waar nam befpeurde ik veranderingde grootfte muts van de moeder, kon het hoofd niet meer overdekken, en zulk een bovenmate groot opperhoofd, en klein aangezigt, gevoegd op zo een. klein lichaam, maakten het kind mon- ftreus, want den 28 April was reeds de lengte tot 191 en de breedte tot op 17 duim toegenomen; niet minder afs de aanwas van het hoofd, was ook het lenden gezwel vergroot, deszelfs randen bleven hard en vast, en waren met

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 684