ÖI2 G. GREEVË OVER ENZ.
den der herzenen verzameldde voor-
herzenen waren als twee met water ge
vulde zakkenen die zelfflandigheid was
hier door zo uitgerekt, en dun ge
worden, dat ze op veele plaatfen niet
meer als een pink dikte hadde; de klei
ne of agterherzenenwaren door 't
water zo verdrukt, dat 'er byna niets
van te zien was; desgelyks maakte de
medulla oblongata geen kennelyk wezen
uit; de zenuwen waren zo zagt, dat ze
zonder breking, byna niet konde aan
geraakt worden, maar daar en tegen
maakten de verwyderde bloedvaten, in
den grond van ®t Cranium, een aange-
naame vertooning.
Ik had gaarne in een nader onder
zoek alles nagefpeurdmaar dat mogt
my, welke moeite ik ook aanwendde,
niet gebeuren; en de vader, die in alles
naauwkeurig op de handen zag, was
reeds verdrietig, over den langen tyd,
dien men met de bewerking befteedde i
een zaak, die men in dergelyke geval
len meest ondervindt, en die men altyd.
moet betreuren.
WAAI?-