614 h. m. van ghert, waarneming fangen had, en zich vervolgens van de Nageboorte meende meefter te ma ken, had te vergeefsch drie kwartier- uurs agter een volgende alle haare ver mogens daar toe in 5t werk gefield, tot dat eindelyk de flteng digt by de Na geboorte door de aangewende pogin- ge wierd afgebroken» Op myne komste vond ik de lyde- resfe op haaren rug in het bed liggen-, demet zwakke pulsflag en uitgeputte krachtenen wierd by onderzoek ter regterzyde van den onderbuik een hard gezwel gewaar, het geen my deed ver moeden, dat zich de Nageboorte zyde- lings had vast gehegt. Ëenige brokken bloeds uit de fche- de naar buiten gebragt hebbende fcheen my de mond der baarmoeder ongemeen te zamen getrokken, enpyn- lyk, terwyl de kraamvrouw op het minfle aanrakenals in flaauwte fcheen te zygen» De vrees, dat op ruwer be handeling hevigere toevallen mogten volgenen dat de lyderesfe onder myne kanden den geest mogt geeven, deedt my befluiten, de omflanders het baarblykelyk gevaar voor oogen te hou den voor het overige dat gantfene

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 692