WEGENS EËNE SCH1LD-PADDE. éïg keninge, over de lengte van het fchild, niet veel minder dan vyf Rhynlandfche voeten. In'het Wyker Meerby de Beverwyk, ®t is waar, vong men 'er ten jaare 1707 eene van zes voeten,weegen de vier-of vyf- honderd pondengelyk de Heer hout- tuyn j uit de Kronyk van Medenblik heeft aangeteekendmaar misfchien zal die lengte anders berekend zyn ten minften hettwyffelachtige van vier-of vyf honderd ponden'tgeen vry wat ver- fchiltwekken my op tot argwaan over de juiste bepalinge van de grootte. Hon derd ponden gewichts min of meer, op eene fom van vier of vyfhonderd pon den wil nog al wat zeggen. Maar hoe dit ook zy, die Schildpaddemoet door de Zuiderzee, door Pampus, over hét Y, derwaards uit de Noordzee zyn aan gekomen. Want, zoo wel die van het Wyker Meer, als deeze van de Dom- burgfche Steenbcinkwaren te groot, om, te fcheep, uit de Westindien of van el ders, daar zy haare natuurlyke en ge- woone woonplaats hebben, te zyn aan gevoerd hoewel de Admiraal bosca- "wen er eene diergelyke voor den Prins VB9 Nat. Historie VI. Deel. j

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 701