van Wales ten jaare 1750, in Enge*
land aanbragt. Dit kan hier het geval
niet zyn. Liever zóu men om veronge
lukte fchepen moeten denken; anders
is het niet waarfchynelykdat onze bei
de Vaderlandfche Schildpadden en der
zei ver reizen, vooral die van het Wy-
kermeer, welke zoo veel geruchts ge
maakt heeftzouden onbekend geblee-
ven zyn. En waarom zou men zulke Ver*
fchynzelen niet mogen aanzien, voor
Speelingen der Naturein welke zich
de Magt en de Wysheid van den Schep
per, als in wonderbaare uitzonderin
gen van de gemeene en ons bekende
Natuurwetten willen verheerlyken
Trouwens de dwaaze en onoplettende
fterveling wordt, door millioenen van
wonderendie hem dagelyks in de
oogen fchitterenniet getroffenom
dat zy hem dagelyks in de oogen fchit
teren!
WAAR-
$24 J. VAN IPEREN BERICHT ENK,
TEEREj de» eer ft en
December 1777.
'fa