5 Naar aanleiding der Vraage fplitst zich myn antwoord in de vyfeven ge melde, Af deelingenwel ken i kom drin gende redenen, met de mogelykftekort heid zal behandelen. De liefde tot myn's naastens nuten de poogingom de Maatfchappy in haa- re mensch lieven de oogmerken, fchoon van verre, na te ftreeven, zyn de dryf- veeren van myne, mogelyk te lloute, onderneeming. EERSTE HOOFDSTUK. De duidelyke en onderfcheidene Kenmer- ken der Ziekte i. In het onderzoek van de kenmer ken dezer ziekte, zal ik niet verdergaan, dan tot de opgaaf van zodaanigen, die duidelyk zyn, onder het bereik van den minstkundigen vallen, ('t geen vooral noodig is in zaaken die veeltyds ter be- handelinge liaan van zulken menfchen, die weinig oordeel, en nog minder ge gronde ervaaringhebbenen in ver band befchouwddeze Koorts van allen anderen ziektens onder fchclden waar A 3 me- OP DE O. I. SCHEPEN,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 75