ylhoofdigheid Het eerde on gemak duurt, zonder het laatde, dertig of veertig uu- renwaarna bet laatde, 't welk zich meer vertoond, door eene dille myme- ring en geduurig gepraatdan door on- {luimigheid en geweld, begint. 4» De gefleldheid van het Bloed, Ze ker is het, dat het bloed, in den eerden aanvang der ziekte ontlast zynde, veel- tyds eene blauwe of blauwachtigenaar het groen hellende, korst hebbe, welke zomtyds lymig is en taai, terwyl het onderde gedeelte van het eilandje niet deviger is, dan dunne room. Doch het is niet minder zeker, en heeft fchier by allen plaats, die door de Rotkoorts, welke het onderwerp is van deze ver handeling, worden aangetast, dat het bloed dun is, los aan een hangt, geen korst op deszelfs oppervlakte heeft, en koud geworden zyndenaar versch ge maakte roomin devigheid gelykt. 5, De gefieldheid van de Tong, Elk weetdat dit deelin den daat eener volkomene gezondheid, bleek-rood en vogtig is. Naar gelang van de verfchil- lende hoedanigheid des bloeds, is de kleur en vogtigheid van de tong onder- fcheiden. Zy is met een geel, bruin, groen- OP DE O. L SCHEPEN. II

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 81