op de o. i. schepen, 21 dat het toen op de fchepen aan geen volk mangelde. In laater tydwanneer de gelegenheid om in het Oosten, zo gemaklyk fchatten te verzamelen fchaarfcher werd, en het gemeene volk in deze landen grooter gelegenheid had om hun levensonderhoud te winnen, werden de fchepen traager en traager bemand, en dematroofen, die zich an ders, tengenoegzaamen getalle, en gree- tig aanbooden, moesten, of door grooter hand- of maandgeldenaangemoedigd of ook door andere middelen tot den dienst als gedwongen worden. Hier toe moeten voornaamlyk de Volkhouders of de, door het fcheepsvolk getytelde, Zielverkoopersbetrokken worden. Het zal niet ondienftig zyndit foort van menfehen, met de woorden van hub- ner, nader te befchryven. De Ziel verkoopers, zegt hy, zyn men- fchen by v/elken het meeste fcheeps- volk in Holland zich ophoud. Zy doorwandelen gragten en bruggen en vragen de aankoomende gasten of zy al van een herberg voorzien zyn?- ingeval zy berooide menfehen aantreffenzyn zy beiden geholpen. Zy herbergen niet alleen, allerlei liegt

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 91