98 J. HARGER OVER HET Echter wil ik niet ontveinzendat de glans der buitenlandfche Manufactuu» ren onze oogen verleidt en zinnen be tovert doch hoe ras is die glans ver dwenen En eens genomen, het buitenland fche ware in allerlei opzicht beter mogen en hebben wy dan noch wel vryheid, om deze Manufactuuren voor te Haan? onzen medeburger, ons eigen zelfsen ons nagedacht voor altoos in armoede en ons dierbaar Vaderland in een onherftelbaar verval te dompelen? Meent niet Landgenooten! dat ik ie mand uwer aan banden wil leggen, noch bepalenwat hy al of niet zal mogen dragen. Doch laten wy ook niet al te onver- fchiliig in dezen ons gedragen maar met opmerking gadeflaan die gewigti- fe omwending onzer Fabrieken, en oe dat Nederlands Inwoonderen ver anderd en vermodend zynalles moet thans vreemddan deze en geene aar- tigheid, de eerfte imaak zyn, en door alle die vreemde fmaaken worden Ne derlands inwoonderen zoo fmaakeloos gemaaktdat men onzen eigen treuri- gen toeftand der vervallen Fabrieken en Tra-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 128