duiden hoedanig de wyze is, om het verlangend genoegenten dienfte van myn armen evenmensch, ware het mo- gelyk, te bereiken. <5 10. In het eerfte en voorfte gedeelte de zer Verhandeling hebbe ik gepoogd om de beste wyze ter onderfteuning der Diakonyen en armen-fondfen voor te dragenen wel om met het verbete ren der arme jeugd te beginnenver volgens een en ander het geen de huis- houdelyke beftuuring der Diakonyen en armen-middelen betreftbenevens het geen my dienstbaar voorkwam aan de hand gegevenzoo dat dit een en ander door Diakonen en Armbezorgers zeiven konde worden uitgevoerden dus voldaan aan het eerfte en tweede vereischte. Verder hebbe ik my toege legd VII. om onder de wyze van hand werken de zoodanigen in het oog te houden, welke de eenvoudigfteligt- fte en min kostbaarfte waren, en van welker verder wy eene goede ver wachting kunnen hebben, volgens het derde vereischte. Ter- ONDERHOUD DER ARMEN. I07

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 137