108 J. HARGER OVER HET Tevens hebbe ik bedoeld, om door de voorgeftelde handwerken de ar men van beiderlei Sexen, jongen, mid- delbaaren en ouden aan het brood te kunnen helpen; als mede ieder Stad of Dorp naar gelang van d'erzelver vermo gens en gelegenheid, 't zy aan of niet aan het water gelegen, zoodanig eene wyze te doen uitkiezen, als hun het beste fchynten hier mede vleye ik my ook aan het vierde vereischte te hebben beantwoord. Zoo nu de voorgeftelde wyzen wor den onderwonden en met zegen ach tervolgd, zoo als myne innige wenfchin- gen zyndan vertrouwe op goede gronden, dat de uitkomst ook min be- zwaarende voor de Diakonyen en ar men middelen zal bevonden worden. Ja worden de kwynende takken door de zorge van 's Lands Vaderen, nuttigeMaatlchappyen, veel belooven- den Oeconomifchen Tak en voorgeftel de wyzen, wederom opgebeurd, en met een vernieuwden iever hervat; dan zul len de armen herleven hun brood met eere winnen en niet benoodigd hebben om van Diakonen of Armbe zorgers onderfteund te wordenkan 'er i

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 138