112 J. HARGER OVER HET Ik geve derhalven aan alle kundige en weldenkende Vaderlanders ter over weging of niet de voorgellelde wy- ze by elkander woonengeeft men aan den ecncn 3, d'arderen 4 ton. By ftrenge of langduurige wintertydenheeft men wel eens een buitengewoone Turfbedeeiing gedaan in dezer voegen als aan Een perfoon - - 2 ton Twee perfoonen 3 ton Drie en vier perfoonen - 4 ton Vyf en zes perfoonen - 5 ton Zeven en acht perfoonen - 6 ton Negen en tien perfoonen - 7 ton Aar. twee perfoonen by elkander woonende de eene 1 d'andere 2 ton. Deze Turf wordt de eene helft in Decemberde andere helft in Januarius &c. daar aanvolgende den Armen bezorgd. De kleederen worden ook aldaar, volgens een bepaald plan, den Armen toegediend: als die een vol jaar hebben getrokken, het zy man, vrouw en derzelver kinderenkunnen op de klachts vergadering vragen in onderfcheiden tydenom een hembd, blaauw iloof; een paar kousfen fcboenen of muilen, de mans om een kiel en broek, be nevens de jongensen voor de kleine kinderen een japonnetje. Aan Houwpostendie niets kunnen winnen wordt jaarlyks noch toegedaan een muts en neus doek aan een vrouwsperfoonen een das aan een mansperfoon. Om de 2 jaaren een mans rok hembdrokeen borstrok, mantel, bovenrok, keurslyf of corsjet. Om de 4 jaaren: aan vrouwen en vrysters mits van 15 jaaren een rooden rok. Als

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 142