ONDERHOUD DER ARMEN. 121 het vorderde dat deze jongelingen by looting of telling op 's Lands Oor- logfchepen geprest wierdendan zal het gemaakt accoord met de Heeren Ree- ders voor vervallen gehouden worden. Art. 13. Het zal niet ondienflig zyn ter aan moediging van de jonge Zeevaarende als ook om andere aan te fpooren, dat de Schippers en Officieren de jongens wel in de tuchtmaar ook liefdenryk be handelden; dezelve in vreemde Lan» den naar gelang van zaaken eens mede aan de wal lieten gaan; en, ware het mogelyk, een of ander klein aan deel in de Negotie gaven, om hun te doen ondervinden dat een kleine winst de geleden ongemakken ver zoet en tevens aanfpoortom niet alleen een goed Zeeman maar ook een bekwaam Handelaar te worden om dus doende de Reedery allezins te kunnen dienen. Art. 14. Na eene gedaane reize, zoude men H 5 de

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 151