138 J. HARGER OVER HET &C. eld te gevendan juist dien bepaal- en tydzonder iets te ontfangenuit te dienen Niets fpoort meer aan on der de jeugd, dan met eerlyk verkre gen goud, zilver of geld, boven hun ne tydgenooten uit te munten, endaar moedig op te mogen zyn. Voor my geloove, dat de meeste jongelingen hier toe zullen genegen zyn, en het ook beter aan het oogmerk in allerlei opzicht zal beantwoorden. Mochten nu deze myne pogingen noch maar een of andere nuttigheid voor de armen, en menfehelyke Maat- fchappye, hebben te weeg gebracht: Dan zal ik mynen arbeid beloond ach ten en het aangenaamfte genoegen fmaaken, dat 'er aan eenig llerveling kan te beurt vallen. Verfchoon, Goedgunstige Lezer! de feilen, welke in zoo een ruime ftoffe, my uit de penne gevloeid zynen in die verwachting Auite ik onder de zin- ipreuk Totam vitam miscet dolor O5 gaudium. B E-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 168