HET ONDERHOUD DER ARMEN. 157 heeftgeheel te vernietigen. Ten tweede: Men behoort zulk werk den Armen aantebieden, dat ook min ver mogenden en voor V meerder deel vrouwen kunnen bearbeiden Zal men de arme lieden door hun eigen arbeid aan den kost helpen, zo wordt in de tweede plaats in hen voor- onderlleld genegenheid om te willen werkenen hier aan hapert het vee- len; dwang omtrent dezelven te ge bruiken is niet mogelykmaar hen werk aantebieden, en alle uitvlugten, die de luiheid aan de hand geeftafte- fnydenvoorts de Armen fteeds in 't werk te houdende jonge kinderen in de fchoolen reeds vroeg aan 't werk te zetten, 't loon te evenredigen aan 't gedaane werk, en den hardnekkigen luiaart allen onderftand te onttrekken, fchynen de gefchiktfte middelenom in den behoeftigen de lust tot werken optewekken. Hier uit volgt 1. Men moet zulk werk den behoeftigen aanbiedendat zy of reeds bekwaam zyn te doenof ligtelyk en Jpoedig kunnen leeren 3. Men behoort hen gelegenheid te geeven om

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 187