HET ONDERHOUD DER ARMEN. 177 leuren, onze linnen-weevers op de meeste plaatfen hebben doen uitfterven zullen 'er eenige lchade door lyden: maar niemand zal kunnen tegenfpre- ken, dat het voor een Republiek on eindig voordeeliger is, zyne noodwen digheden binnen'slands te bereiden, dan dezelve by vreemden bewerkt te gaan inkoopen; waar door veel gelds ten lande wordt uitgevoerd buiten nood- zakelykheid, en betaald aan zulken, die tot 's Lands lasten niets opbrengen. Noch merk ik aandat het opregten var* deze Linnen- Reedery aanmoediging geeven kan aan veele vreemde Arbei ders, om zich met de woon binnen de Provincie nedertezetten, en niet meer hun hier overgewonnen zomergeld el ders 's winters te gaan verteerenal le dingendie ten klaarden aantoonen, dat deze Linnen- Reederyzonder ie mand der Burgers te benadeeknvoor 't algemeen en de Provincie in V j?yzonder zeer heilzaam is', 't welk te betoogen ons tiende en laatfte ftuk was. nu b&su M Wel.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 207