worden uitgevoerd; een ordre voor de Diakonien en Armen- meesteren van alle gezindheden, dat zy geene per- foonen zullen bedeelen, zonder dat dezelven alvorens bewys hebben ge geven, dat zy in de Reedery werken, en daar geene genoegzaame winning hebben tot onderhoud van hun huisge zin; een ordre aan de Regenten der Godshuizen en Armfchoolen, om hunne gealimenteerde kleine kinderen en leerlingen, ten minftenhalve dagen, op 't werk te doen gaan, en alle de le- digloopende werkjongens daar fteeds te doen werken; een ernftige re commandatie aan allepubliecque en ge tolereerde CollegienCorporaen Godshuizen, om zich uit deze Linnen- Reederyen van 't benoodigde linnen te voorzien. Noch zoude men kunnen verzoeken vrydom van lastentollen en fchattin- en, zo op 't vlas in de Reedery te ge- ruiken, als op 't vervoer van 't zelve, enz. Gelyk het niet te twyfelen is, of Myne Heeren de Staaten zouden 't voorfchreevene geerne toeftaan, zo .kan ik van Hun Èd. Mog, vver voor 't HET ONDERHOUD DER ARMEN. 189

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 219