I^O N. H. VAN CHARANTE OVER 't algemeen belang niets anders den ken, of zy zullen deze inftelling met een milde gift aanmoedigen, t zy by de opregting, 't zy by vervolg, of jaar- lyksen dit verwagt ik ook van de Ëd. Achtb. Magiftraaten in de Steden, en Regenten der Dorpen. Misfchien, dat dezelve aan deze Reedery de werk- plaatfen en benoodigde gereedfchap- pen zullen ten gefchenke geeven. De zaak dus verre gevorderd zynde en de refpective Opper- en Onderbe- ftuurders verkozen, zullen de Opper- beftuurders een tyd bepalen, om met het werk een aanvang te maken, en ai- les in gereedheid doen brengen. Intus- fchen zal van'teen en ander aan de Ge meenten van den predikftoel kennis worden gegeeven, by welke gelegen heid de Leeraars geerne de nuttigheid dezer inftelling zullen ontvouwen, de zelve den volke aanpryzen, en yder opwekken, om, zoo veel in hun ver mogen is, tot 't welgelukken dezer Eryfelyke onderneeming medetewer- en, maar vooral den Almachtigen fmeekenom dezelve met zynen zegen te bekroonen, onder inwagting van welke dan 't werk op den bepaalden

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 220