'ïpS N. H. VAN CHARANTE OVER
Tc regt fchrcef daarom de grootfte van 's Heilands
Apostelen in zyn eerden brief aan die van Thesfa-
Jonica. Wy vermaanen u broeders, dat gy u be-
naariijgt ftille te zyn en uw eigen dingen te deenen
te werken Piet uw eigen handen gelyk wy U bevooleu
hebben: op dat gy eerlyk wandelt by de geenen,
die buiten zyn en geenes dings van nooden hebt. En
andermaal in zyn tweeden brief: want wy hoo-
rcn, dat zomtnigcn onder u ongeregeld wandelen,
niet werkende, maar ydele dingen doende, dog
de zoodaanigcn beveelen en vermaanen wy door onze
li eere Jefus Christusdal zy met Jlilbeid werkende haar
eigen broodeeten. „Van zoo veel belang wierd deeze
zaak by den Apostel gerekend, dat hy ze tot twee
reizen toe onder de fterklte bewoordingen in de
zelfde gemeinte moesc voorttellen. Hoe verre
zyn wy fedcrt lang van deeze vo'orfchtiften ver-
wyderd, onder den fchvn van barmhartigheid te
oefenen! wie zou zoo'hard durven fchynen en
Zeggen. dat zoo iemand niet wil werken hy ook niet ee-
te „en egter dorst diezelfde Apostel, hy die
bloed en leeven, die alles voor zyne naasten over
had, dit zeggen, toen hy teThesfalonica verkeerde
én hy dorst het in deezen zelfden zendbrief ltaan-
de houden. Maar zoo fprak en fchreef hy volgens
zyncn last en eigen voorbeeld, die fchoon hy bil
ly k onderhoud daar en elders, waar hy hetEuange-
lium verkondigde, had kunnen verwagten, nog-
thans verkoos dag en nagt te werkenop dat hy
niemand zou lastig zyn, niemand aanleiding, zelfs
de minlte aanleiding gceven tot een werkeloos
leeven, dat tecgcn de Godiykc oogmerken, het
belang der maatfehappy en den gpeden naam van het
Christendom zoo Itryuig was.
Ten anderen zou men kunnen inbrengenftryd
het niet tcegen de vryheid, die, in een Gemeene-
best vooral, in allen gevalle zoo veel mogelyk be
hoort gehandhaafd te worden, wanneer men den
eenen verhindert te geven, en den anderen te ont
vangen? het geen men anders genoegen en ge
woon