210 E. LOMBARD OVER DE alwaar men de onder- en derde ftuur- lieden, benevens de deks-oflicieren, heeft, om daar op agt te geven, waar van de gezagvoerende JchipUeer raport ontfangt. Uit dit gezegde over deze vraagdie ik voor afgehandeld kortheids halve hou- de, is myns bedunkens reeds ai te zien, welke Charters de bekwaamfte en voor- deeligfte voor den dienst der 0.1C. zyn, zo tusfehen Europaals in de Indifcbe zeeën', weshalven ik nu overga tot de bezondere vraagen door den reeds ge- melden Wel Edelen Ce (Ir en gen Heer Mr DANIEL RADERMACHER VOOrgefteld. EERSTE VRAAG. Welke Schepen tasten het min(le diep by hun afloopen in het waterdie van 150 of 155 voeten gefield dat de laat(le dezelve malle blyven behouden, als de eer(lein wydteholte en tuigage Zal een fcheepibouwkundigealhoe wel tot heden in hunne concepten niet overeenkomende, gemanierde fchepen bouwen, die door de kundigheid van

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 240