222 e. lombard over de fchip de Pallas de marzeils by van 3 re ven, en de onderzeilenwaarvan het grootzeil gereefd was op het fchip jDamzigt maakten zy de marzeils by van 2 reven benevens de onderzei len; op het fchip Walenburg, maak ten zy de marzeils met al de reven 'er uit bymet de onderzeilenzo prangden wy tot dat de zon ondergong toen was het fchip de Pallas ruim 3 myl dwars in den wind, van het fchip Damzigten IValenburg wel 3 myl dwars aan ley van het fchip Dam- zigtzo dat zy van de Pallas het leywaartfche fchip Walenburg niet meer konden zienhier door ge noodzaakt zynde alle morgen en avon den aftehouden: Tot dus verre de Schipheer jan van voors voerende het drie-dek /chip Botland waarmede hyden 12 December 1771 de reede Cabo de goede hoop oplaveerdein een vliegenden zuidoosten wind daar 'er veele zich over verwonderden de- wyl dit wel met een flappe koelte, an ders zelden, met een Compagnies fchip gefchiedtook betuigde de voornoem de Heer my, dat hy hadt bevonden, „de dric'denjchepcn dc bekwaamde te zyn,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 252