230 e. lombard over de kasties of 242500 ponden gcwigt meer der was als ordinair. Het ttuil-fchip Blyenburgwierd door de verboigene en tegen elkander aan- kokende zeeën, in dringende gevaa- ren gebragt, door de zeeftortingen in zyn kuil, boot en fchuit. Dé rankheid door het bóven-water is zekeriyk pe oorzaak van het zwaar der werken geweest, "waar door ik" ge tuigde de reeds gemelde Heer nieü- Wsnhuizen myn geheele voortuig verloor, en buiten (laat was om by aanhoud enheid de pompen te gebrui- kenhet weer bedaard zynde wierd 'er 9 voet water in zyn ruim bevon den, zo dat tusfchen de twee dekken de rantfoenen hadden onder geftaan, de fuiker lading wierd 'er gedeeltelyk uitgepompt, van het buspoeder was de ialpeter gefmolten, dus onbekwaam, de rantfoén-ryst kón toen als bedorven zynde, niet meer tot een goed voed- fel (trekken. Dé overige Officiers van dien bodem getuigden dat hunne verwagting was met yder aanrollende zee, 'er onder te zullen nederzinken". Hier na arriveerden zy met een opge- rigt

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 260