O. T. SCHEPEN. 235
Wanneer by een aanhoudenden
flormwind de zee zich heeft verbolgen
verheft, en dat de zeeman ziet, het;
Noorden met het Zuiden worllelen,
met donder en blixem, zo fta by hun op
lettenheid opuitkyk, laatende met voor
zichtigheid het roer bellieren, terwyl
hy oogenblikkelyk uitfchot van wind
verwagt.
Gelukkig bevond de E. Manhafte
Heer stavorinus zich by zulk weder,
op het drie-dek [chip Ouwerkerkhet
geen hy commandeerde, waar mede
liy de Africaanfche kust naderdeen al
daar niet dan continueele ftormen aan
trof: „den 17 Juny 1774. kregen wy, zegt
die Heer, na dat een llorm vier da-
gen hadt aangehouden, een aller-
vreesfelykhen orcaan, die van des
middags om vier uuren tot middernagt
duurde, houdende de wind geen
llreek, met donder, blixem, en
zwaaren hagel, zettende de zee van
twee zyden zo hemelhoog op, en
vallende met zo een ysfelyk gev/eld
van agteren en ter zyden op het fchip
aan,
van 1770 tct 1772, die zelfde nuttigheid befpeurd,
alwaar dc gezonden en zieken een bckwaame en
als in goed weêr zyndc drooge legplaats haddefi.