'23B E. LOMBARD OVER DE beplakt was, kort daarna nog verfchei- denplunje kisten, deuren, hetgeheele fchot der campanje, hoenderhok, en eenige gefchilderde planken, hebben de hierna niets meer vernomen. Arm zeeman in zo een deerniswaardi- gen toefland! daar gy andere fchepen nog veilig zag dobberen, hoewel niet zonder gevaar, moet gy hier omkomen; en gy, die u bevondt op den Held Wolte- madehoe naar was ae rook der nood- fchooten voor uwe oogen, en de weer galm, die by u tot in de ooren door drong, ziende hem tuigloos dry ven, werwaarts de wind en zeeën hem voer den de Hortende golven in den kuil de den hun den dood te gemoete zien, moetende hier door geduurig met het boord onder water werken, waardoor het tuiglooze Ichip zyn hol vol vloeide en neder zonk. Hier door was de doodkleur als op hunne aangezichten gefchilderd, terwyl zy verbysterd Honden door het nakend gevaar, met eene uitbarfling der traa- -nenen het te famenvouwen der han den, fmeekende den God des Hemels om genade, roepende elkander voor het laatst van de campanje, Hengen en mas-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 268