O. I. SCHEPÊN. 239
mastenwaarop zy hun in zo een toe-
ftand tot het uitrekken hunnes levens
begaven, een eeuwig vaarwel toe, op
het zien aannaderen der woedende gol
ven, waar onder zy een verhaasten
dood aantroffen (1).
De Schipheer jan van voors heeft
my dit volgende medegedeeldden
24 Mey 1774. met het drie-dek-[chip
Marstusfchen de Caap en Batavia
lensden om de Zuid, met een zwaa-
ren ftorm, waarin ik geen fpatje wa-
ter op het bovendek kreeg
Daartegen wierd ik uitgaande met
het kuil-(chip Ceresop den 26 Maart
1776. tusfchen Cabo de goede hoop en
Batavia genoodzaakt by te draaien,
niet door den fterken wind, maar
door het meenigvuldig water, dat
by continuatie in de kuil ftortede",
dus verre.
Het waren de zeeftortingen in het
jaar 1761., die het kuU-fchip Croonenburg,
gevoerd wordende door den Schip
heer hoogland, en in het jaar 1763.
het kuil fchip f huis de by weg, het geen
gevoerd wierd door den Schipheer dirk
van
Cl") Hier door 7.0 veel jonge en tc vroegtydige
weduwen en weezen.