240 e. lombard over de van mastricht, aan de Jfricaanfche kust deden aankomen, beide van Can- ton in Chinamet eene voor een ge deelte bedorvene lading, welke al daar in groote gegraven kuilen wierd bedekt. Hebbe my vereerd gevonden, door het lezen eener memorie van den E, Manhaften Schipheer jan siereveld, waar uit ik een extract zal laten volgen, het geen aldus luid: „in een overzwaa- ren ftorm met de daar uit voortko- mende hoogloopende zeeën zou men het met een drie-dek-fchip kunnen bol- werken, daar men met een kuil-fchip zoude te gronde gaan: Men krygt weinig of geen water op zyn tweede dek, het geen ik met het drie dek-[chip de Pallas hebbe be- vondenveel minder tusfchen deks men heeft geen gevaar om zyn boot en fchuit vol water gehort te krygen in welk geval men genoodzaakt is, een gat in de boot te kappen; ook heeft men geen gevaar, dat van het tweede dek de goederen over boord zullenfpoelen, hetgeenikmethet&d/- Jchip horsfele in ftormwinden op den 2 3 Juny 1771. om de Zuid heb on-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 270