246 E. LOMBARD OVER DE
In dit bovenfte dek heeft men twee
voortraps-luiken, die de lengte hebben
van de klok tot aan den voorkant der
roosters of kant-ftukkende breedte is
de afftand der kant-ftukkende trappen
zyn naar derzelver grootte gefchikt.
Een groot luik agter de groote mast,
dat de breedte van den aflland der kant-
ftukken heeftmaar niet wel zo lang is
waarin een foort van een wenteltrap is
geplaatst met ruime breede trappen,
daar 2 of 3 man naast elkander kunnen
<op en afgaan.
JNog een luik bezyden de bezaans
mast voor de voorfte hut, aan bak
boord, van een redelyke grootte, waar
naar de trap gefchikt is, die men wel
voorcajuits-trap noemt, waar van men
de cajuit bezoekt.
Op dit eerfte dek wordt plat neer de
barring geplaatst, wederzyds de kant-
ftukken der roosters (p).
In het tweede dek heeft men een ka-
belgats-luik, dat een goede breedte en
lengte heeft, zynde regt onder de
twee voortraps luiken van het eerfte
dek.
Een
(p) Dc barring is het waarlooze rondhout en
wangen.