de fcheeps-bouwkunde, voor deszelfs wydte f van de lengte neemt, en daar by voor toegift voegt 4 voeten. De hoogte tusfchen deks is 7 voet 5 duim, gefteld voor de 30 voet lengte 1 voet hoogtewaar by men voor toe gift 2 voet 5 duim voegt; deze hoogte is op een drte-üek-jcbïptushhen het eerfte en tweede dek dezelfde, als tus fchen het tweede en derde dek. Een [chip van 140 voeten heeft vol gens diezelfde regel der bouwkunde eene wydte van 39 voeten, en eene hoogte van 7/- voet (q). Op een kuiï-fchip heeft men van vo ren een gebroken dek, dat de bak ge naamd wordt, waar onder logeeren de dek-Officiers aan ftuurboord, en de kok by zyn combuis aan bakboord: de bak neemt zyn begin van de plegt, en eindigt aan weerzyden egaal aan de twee agterfte fpannen fokke-want. Het halfdek zyn begin nemende van de campanje of voorkant der hutten, eindigt met de boog agter de groo- 248 E. LOMBARD OVER DE Cq") Zie de verhandeling der Ncderlandfche fchcepsbouw, door willem udemans junior pag. 9 22 en 23,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 278