250 E. LOMBARD OVER DE der zeevarendenmilitairen en ambagts- lieden zien, welke de noodzaakelykfle zyn tot het overbrengen, en in fland houden hunner gezondheid. De roosters van een drie-dek-fchip worden by goed weêr tusfchen de groo- te en bezaans-mast opengelegdde lui ken van het tv/eede dek zyn altyd o- pen, op dat de lucht vry kan doortoch ten: hierby wordt dagelyks een wind' mauw of koel zeil gebruikt, die men agter het groot zeil ophyst, en laat ne- derhangen door de luiken tot op het derde dek zyn groot luik, het geen ge- rigt wordt, naar dat de wind inkomt. Deze wind-mouw verfchaft tusfchen de dekken, door het aantrekkend ver mogen, een verfrisfchende lucht, door den wind, of anders gezegd door eene llappe ofeene meer vaardige bewogen wordende lucht. Op een kuil-'chip by goed weêr met gezonde manfchap is 'er geen differen tie als dat op een drie dek-fchip het ag- tertraps luik van het tweede dek door ae agterlle roosters van het eerlle dek, meer aan de lucht is bloot gefield, dan op een kuil-fchipdaar geen roos ters in het haif-dek zvn. In

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 280